Heb je dat ook wel eens gemerkt? Je komt met de beste argumenten en relevante feiten, je bent eerlijk en doet je best om het zo goed mogelijk uit te leggen, gebruikt verschillende synoniemen en geweldige voorbeelden en metaforen, maar de ander blijft onvermurwbaar bij zijn of haar eigen standpunt. Je hebt wel gelijk, maar krijgt het niet. Zeer frustrerend! Wat kan hier aan de hand zijn? Je weet dat ze/hij niet dom is. Ik ben twee redenen tegengekomen.
1. Je toon is niet goed
Deze eerste reden komt veel voor. In mijn terminologie komt het hierop neer: je spreekt uit de ‘verkeerde bron’. De inhoud van wat je zegt kan dan heel goed kloppen, maar in je toon klinkt een veroordeling of een moeten. Die kan voor jezelf zo subtiel zijn, dat je het niet eens merkt, maar de ander merkt dat altijd! Is je dat wel eens opgevallen? We blijken daar zeer accurate, gevoelige antènes voor te hebben. Onze reactie kan dan zijn: ‘Doe jij eens niet zo overgevoelig! Je weet toch dat ik het niet zo bedoel!’ Maar daar kom je dan niet mee weg. En dat is terecht, in mijn ogen. Mijn broer verwoordde het eens zo tegen mij tijdens een heftige woordenwisseling: ‘Je hebt wel gelijk, maar je toon klopt niet en daarom heb je ongelijk!’ Dat was confronterend en ik viel even stil want feitelijk klopt dit niet, maar ergens klopte het wel wat hij zei en ik begreep dat ineens. We stopten het gesprek en ik ging met zelfreflectie aan de slag. Ik herkende dat hij iets moest doen voor mij, namelijk mij begrijpen. Toen ik mezelf bevrijd had van dat ‘dwingelandje’ in mezelf, belde ik terug en hadden we een totaal ander gesprek. Ik moest eerst helemaal ‘op eigen benen staan’, zoals ik het ervaarde.
Kennelijk werkt het zo, dat we eerst en voornamelijk op de non-verbale communicatie reageren en niet op de inhoud. Dus met gevoel en niet met de ratio! Maar vaak verwachten we het omgekeerde van de ander, dus dat ze rationeel blijven bij onze emoties, en zijn we onzorgvuldig met onze toon en woordkeus. Voorbeelden hiervan zijn: met stelligheid praten, het woordje ‘moeten’ tegen de ander zeggen, te snel een reactie geven in plaats van de ander alle ruimte geven, een afkeurende of te harde toon (wat dwingend of dreigend kan overkomen) of juist een te zachte (waardoor de ander z’n best moet doen jou te verstaan). Al deze manieren duiden op het betrekkings-niveau (het relationele niveau van de communicatie, dat iets zegt over hoe we de ander, onszelf en de relatie zien en behandelen). Het is verhelderend om in communicatie onderscheid te maken tussen het inhoudsniveau van de boodschap en het betrekkingsniveau van de boodschap. Zodra er op betrekkingsniveau iets niet klopt, kan de ander niet meer goed naar de inhoud luisteren.
2. Het ligt niet aan jou
De tweede reden dat we geen gelijk krijgen, als dat gebeurt, is: het ligt niet aan jouw toon, maar aan de constitutie van de ander. Sommigen van ons zijn zodanig beschadigd in de vroege (en latere) jeugd, dat er een stevig verdedigings- , of overlevingsmechanisme opgebouwd heeft moeten worden. Elke kritische opmerking, of zelfs een andere visie of mening wordt dan automatisch en onbewust (en dus onbedoeld) opgevat als een persoonlijke aanval. De inhoud van wat je zegt, kan dan niet gehoord worden. Het kan dus al te bedreigend zijn, dat je een andere mening hebt over iets. Het is voor die persoon zeer moeilijk om het slechts inhoudelijk op te vatten als een andere visie. Deze situatie van het niet met hem of haar eens zijn, wordt door zijn/haar brein opgevat alsof je zegt: Jij ziet het fout! Of: Je bent dom! En dan komt de ‘tegen’aanval, vaak volkomen onverwacht voor de gesprekspartner en met scherpe kleinerende, afkeurende of cynische toon. Als dit gebeurt kun je het beste maar meteen stoppen met het gesprek. Je fungeerde onbedoeld als trigger voor oude pijn of angst en de ander is daardoor in de ‘verkeerde bron’ geschoten. Met inhoudelijke redelijkheid kom je daar niet meer uit. Neem afstand en kom er later of niet meer op terug. Dit bestaat natuurlijk in verschillende gradaties, dus ga nu niet meteen roepen dat het altijd aan de ander ligt, als een gesprek uitmondt in een ruzie! Blijf eerlijk kijken naar je eigen aandeel, hoe onterecht dat soms ook lijkt, vaak genoeg is die toch (ook) te vinden.
Wanneer krijg je wel gelijk? Die kans is het grootst als je:
- Zelf in de ‘positieve bron’ bent. Dan is je toon rustig en vriendelijk, soms zachtaardig, andere keren ferm en sterk, maar nooit dwingend.
- Geen gelijk hoeft te krijgen. Dan heb je respect voor (het anders zijn van) de ander.
- De ander helemaal vrij laat in hoe hij/zij reageert. Dan neem je je verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens en reacties.
- Eerst goed geluisterd hebt en je je eerst helemaal verdiept hebt in het standpunt van de ander, ook met je gevoel, net zo lang totdat hij of zij zich door jou begrepen voelt en er vanzelf ruimte ontstaat bij de ander voor jouw visie.
- Een beoefenaar bent van ‘Geweldloze Communicatie’ van Marshall Rosenberg. Empathie, compassie, respect en luisteren naar de gevoelens, behoeften en wensen van de ander staan hierbij voorop. Deze aspecten verwoord je waar nodig ook in jouw betoog. De inhoud van wat je te zeggen hebt, wordt als het ware in deze bedding van hartekwaliteiten naar voren gebracht.
Dat dit niet eenvoudig is, moge duidelijk zijn. We hebben het in verreweg de meeste gevallen niet geleerd, noch van onze ouders, noch van onze leraren op school. Het vraagt dus veel bewustzijn en toewijding om het te leren en te beoefenen. Maar dan héb je ook wat: waarachtige en liefdevolle communicatie en de zelfinzichten en persoonlijke ontwikkeling krijg je er gratis bij. Want we lopen hierbij ook onvermijdelijk tegen onze eigen oude patronen, angsten en emoties aan, die in ons oor schreeuwen: je moet wel je gelijk bevechten, daar heb je recht op! Wat die ander deed was echt lelijk en onrechtvaardig! Je moet hem dwingen naar jou te luisteren! Bind haar vast, net zo lang tot ze haar ongelijk toegeeft! Ah, zouden we dat vaak genoeg niet al te graag willen? Een heel indringende vraag die hierbij behulpzaam kan zijn is: ‘Wil je gelijk, of wil je geluk?’ Uit Een Cursus in Wonderen. Oftewel, wil je zelf vanuit de positieve bron reageren, of net als de ander ook uit de negatieve? Wanneer heb jij ‘gelijk’? Als je de ander afstraft met jouw waarheid, of als je zelf waarachtig bent?
Nog een kleine tip: vraag jezelf af: wie in mij wil nu zo graag gelijk krijgen? En ga dan met oprechte interesse en compassie op zoek naar het kleine, gekwetste, nooit echt gehoorde kind in je. Hij of zij is er energetisch nog en wil nu graag door jou gehoord en serieus genomen worden. Ook en juist in haar of zijn gevoel. Geef haar of hem gelijk. Het is verrassend wat het doet als je tegen je innerlijke kind iets zegt als: Dat zie je goed, goed punt!, je bent terecht boos want dat was ook niet respectvol naar jou, of, ik begrijp je en sta achter je. Dat haalt de pijnlijke angel eruit, je kunt het beter loslaten, het geeft rust en kracht en dan wordt het gemakkelijker. Met andere woorden, het helpt je weer in de ‘goede bron’ te komen. Je begrijpt dan ook dat de ander vanuit zijn of haar kleine kind reageert en dat kan jou gemakkelijker in je mildheid en empathie houden.
Liesbet Scager, juli 2017